Een Boomkornet is een trechtervormig sleepnet dat naast het vissersschip door het water wordt gesleept en daarbij wordt opengehouden door een boom met aan weerszijden metalen sloffen waarmee de boom over de bodem glijdt. Een boomkorvisser vist altijd met twee netten, aan beide zijden van het schip één. Doordat de onderzijde van het net langer is dan de boom wordt deze in een boog achter de boom aan gesleept. De onderkant van het net is voorzien van een rij kettingen. Wekkerkettingen zijn zware kettingen die door de bovenste laag van de zeebodem gaan, kietelaars zijn lichtere kettingen die over de bodem heen worden gesleept en alleen het toplaagje omwoelen.
Door de kettingen wordt platvis opgeschrikt zodat die in het net zwemt. Het is een actieve visserij techniek, de boot sleept de netten voort. Het nadeel daarvan zijn de hoge brandstofkosten, zeker als met zware wekkerkettingen wordt gevist. Boomkorvisserij is een gemengde visserij waarbij soorten worden gevangen die in, op of net boven de bodem leven. Door locatiekeuze en maaswijdte kunnen vissers de samenstelling van de vangst wel beïnvloeden.
De kwaliteit van de vis is afhankelijk van treksnelheid, trekduur, de verwerking aan boord en de duur van de visreis. Boomkorvissers in de kustzone zijn altijd kleinere boten met een motorvermogen dat niet hoger mag zijn dan 300 pk. Doordat in de kustzone van nature veel bodemberoering is door de invloed van wind, golfslag en getijdestroming weegt het effect van het boomkortuig op de bodem minder zwaar dan in dieper, rustiger water