Garnalen worden gevangen door kotters met aan weerszijden een garnalenkor. Een garnalenkor is een trechtervormig sleepnet dat net als een boomkornet naast het vissersschip door het water wordt gesleept en daarbij wordt opengehouden door een boom. In plaats van kettingen is de onderkant van het garnalennet voorzien van een rij rubberen klossen die over de bodem rollen. Doordat de onderzijde van het net met de klossenpees langer is dan de boom wordt deze in een boog achter de boom aan gesleept. De minimum maaswijdte van het garnalen net is 20 mm gestrekte maas. De boom die het net openhoudt mag maximaal 9 meter lang zijn. De schepen waarmee op garnalen wordt gevist zijn 18 tot 24 meter lang. Het motorvermogen mag niet groter zijn dan 300 pk.
Garnalen worden opgeschrikt door de over de bodem rollende klossen, ze springen op van de bodem en komen in het net achter de klossenpees. De vangst verzamelt zich in de 'kuil', dit is het uiteinde van het trechtervormige net. Bij de garnalenpuls worden de garnalen opgeschrikt door de elektrische pulsen die de elektrodes afgeven.
Voor de garnalenvisserij zijn Waddengoudrichtlijnen opgesteld.