Kwelders zijn buitendijkse gronden die door natuurlijke slib aangroei zodanig zijn opgehoogd dat ze alleen nog bij hoge waterstanden (springvloed of storm) met zeewater worden overstroomd. Op de kwelder groeien zoutminnende planten, waaronder lamsoor en zeekraal. De planten vangen het slib in en langzaam slibt de kwelder zo verder op. Bij afgaand water loopt het zeewater weg via kreken die als geulen door de kwelder lopen. Na verloop van tijd wordt de kwelder zo hoog dat het water er niet meer overstroomt. Het klinkt in en zo ontstaan buitendijkse kleigronden waarlangs nieuwe kwelders kunnen ontstaan. Kwelders zijn in Nederland te vinden langs de kust van Groningen, Friesland en langs de Zuidkant van de Waddeneilanden en het Zeeuwse Deltagebied. In Zeeland worden kwelders schorren genoemd.
Van oudsher worden de kwelders gebruikt voor zomerbeweiding en voor het oogsten van zeegroenten zoals zeekraal en lamsoor. Vroeger werden veel meer kwelderplanten benut, zo werd zeealsem gebruikt in linnenkasten voor de frisse geur en tegen motten.